Pagina's

zondag 29 december 2019

Jin Jun Mei: de meest exclusieve zwarte thee van China...of niet ?

In de zomer van 2005 zat de president van de Wuyi Zhenghsan Tea Company, Mr Jiang, samen met twee theekenners uit Beijing, Mr Zhang en Mr Yan, te praten over de kwaliteit van zijn thee. Het bedrijf van Mr Jiang was gespecialiseerd in Lapsang Souchong, een in de zomer geoogste thee die vaak gerookt wordt en die beschouwd wordt als zijnde van mindere kwaliteit. Toen ze een theeplukster zagen die op die hete zomerdag op weg was naar de theetuin van het bedrijf in Tongmu, maakte één van de twee bezoekers de opmerking dat het toch wel hard werken was in de hete zomerzon om een thee te oogsten die aan een lage prijs zou worden verkocht. Voor Lapsang Souchong wordt tamelijk grof geplukt, met een knop en drie à vier blaadjes, en zou het dan geen idee zijn om alleen de knop te plukken en zo een betere en dus duurdere thee te maken van hetzelfde terroir ? De plukster kreeg daarop van mijnheer Jiang de opdracht om alleen de kleine knopjes aan de zijkant te plukken, en na een dag had ze 750 gram vers blad geplukt.

De wilde theetuinen van Tongmu (bron: https://www.wufeng-tea.com/jin-jun-mei/


Omdat de hoeveelheid zo klein was en de blaadjes zo fijn, werd besloten om de thee met de hand te rollen. Dit is een zeer arbeidsintensieve manier om de blaadjes te verwerken als je weet dat er in 10 gram van het eindproduct rond de 1000 knopjes zitten. Het roosteren gebeurde eveneens op de traditionele manier, in een bamboemand boven een houtskoolvuur. Al bij het verwerken stegen heerlijke aroma's op van honing en toen de thee gezet werd bleek hij vele malen beter dan de beste Lapsang Souchong die mijheer Jiang al gemaakt had. Men besloot om het experiment op grotere schaal te herhalen in 2006, in de lente, met veel jongere en nog fijnere knopjes, en een nieuwe thee was geboren.

Het kind moest uiteraard nog een naam krijgen, en alhoewel de letterlijke vertaling, die in het Westen het meest wordt gebruikt, Gouden Wenkbrauw is, heeft de naam eigenlijk een complexere betekenis. Waar bij ons, Jin dat goud betekent, vaak wordt geinterpreteerd als een commentaar op de kleur van het eindproduct, slaat het bij de Chinezen meer op de waarde van de thee, en dus niet op de kleur maar op het edelmetaal. Men bedoelt vooral dat de thee duurder verkocht kan worden en dus goud is voor de producent. Jun heeft in het oude Chinese schrift een dubbele betekenis en kan zowel slaan op hoge berg als op het meer gebruikte mooi paard. Hier moet het worden geinterpreteerd dat de thee het bedrijf van Mr Jiang de gelegenheid kan geven om hoge toppen te halen, als met een goed paard, en het de gelegenheid geeft aan het bedrijf om snel te groeien. Mei betekent wenkbrauw maar slaat op hoge kwaliteit, schoonheid en een lang leven.

Het team dat Jin Jun Mei hielp creëren (https://www.wufeng-tea.com/jin-jun-mei/)


De nieuwe thee was een onmiddellijk commercieel succes en verkocht vanaf het begin aan ongewoon hoge prijzen. Waar Lapsang Souchong eigenlijk vooral een export-thee was (voor de groene theedrinkers die de Chinezen zijn was hij te grof van smaak, en ook het roken ervan gebeurt uitsluitend voor de export), bleek Jin Jun Mei ook in China populair. Daarboven op was de naam ook nog makkelijk uit te spreken en herkenbaar voor niet-Chinezen, en de vraag steeg dus heel snel, in binnen- en buitenland. Het concept werd al snel gekopieerd tot ver buiten het oorspronkelijke gebied, dat beperkt was tot het dorp Tongmu, en een besluit van de Chinese regering om de naam niet als dusdanig te patenteren zorgde ervoor dat in alle delen van China waar zwarte thee werd gemaakt, Jin Jun Mei kon worden geproduceerd. Maar wat is dan de 'echte' Jin Jun Mei ? En hoe herken je hem ?


Authentieke Jin Jun Mei komt van Tongmu Village in het legendarische Wuyi-theegebied, van theetuinen op 1200m hoogte die rond het dorp op hellingen liggen. De cultivar is dezelfde als die van Lapsang Souchong, de Xiao Zhong, en de allerbeste komen van verwilderde planten, en zijn een soort field blend van struiken die zich hebben voortgeplant op de natuurlijke manier, via hun zaden. De beste is de vroegst geplukte en dat kan je zien aan de thee zelf, des te kleiner de topjes zijn, des te hoger de kwaliteit, des te langer het duurde om hem te plukken, en des te duurder hij waarschijnlijk is. De gouden kleurenpracht van veel Jin Jun Mei is een aanduiding van een nabootsing, de authetieke Jin Jun mei ziet donker, tegen het zwarte aan, maar is wel doorspikkeld met goud. Deze thee's hebben vaak minder uitgesproken aroma's maar een héél lange afdronk, voor Chinese consumenten een belangrijker teken van kwaliteit dan het aroma, en ze zijn altijd duur tot heel duur.

Wil dat nu zeggen dat goedkopere, gouden Jin Jun Mei vervalsingen zijn ? Nee, en zo zien de Chinezen het ook niet. Als Tongmu niet vermeld wordt, dan zal hij er waarschijnlijk ook niet vandaan komen, en de thee kan ook uit andere provincies als Yunnan komen, of andere plaatsen in Fujian. De eigenaar van Hotsoup vertelde me dat bij het maken van Jin Jun Mei in Fuzhou de allerkleinste knoppen werden uitgezeefd en opgekocht worden door handelaren uit Wuyi ! De Chinese regering geeft er de voorkeur aan dat zoveel mogelijk Chinezen aan deze nieuwe trend geld kunnen verdienen, en de naam kan je uiteraard perfect interpreteren als een kwaliteitsthee (mei) die veel geld oplevert (jin) en zo het bedrijf van de handelaar doet groeien (jun). Wil je dus de echte top Jin Jun Mei proeven gaat je dat geld kosten, en heb je een tussenhandelaar nodig met goede connecties. In de volgende twee blogs gaan we wat vergelijken.

Hier wat proefnota's: https://theenatuurlijk.blogspot.com/2020/01/jin-jun-mei-vijf-thees-vergeleken.html en hier wat uitleg over stijlen: https://theenatuurlijk.blogspot.com/2020/01/jin-jun-mei-twee-stijlen.html

zondag 22 december 2019

Mandokoro car-withered white tea

Onlangs had ik het grote geluk om thee te mogen proeven in het zeer sympathieke gezelschap van The Tea Circle, een vereniging van een select groepje teefanaten uit het Brussels. Het was Tyas Sosen die de degustatie leidde, en het onderwerp was oolong en wakoucha, beide uit Japan. Ik kende al wel wat van die thee's, ik koop ongeveer elke wakoucha die op Tyas website te koop komt, leerde toch weeral wat bij, maar echt leuk werd het vooral tegen het einde toen één van de dames behoorlijk teadrunk begon te worden en Tyas zijn speciallekes boven haalde.



Helemaal op het einde werd het echt speciaal toen hij twee Japanse witte thee's schonk. Even voor wie niet bekend is met hoe witte thee gemaakt wordt, het is de simpelste en tegelijk de speciaalste van alle thee's. Eigenlijk komt het erop neer dat je plukt, verwelkt en droogt, zonder enige andere interventie van de producent, en zo proef je de pure smaak van de thee. Dat heeft alleen zin als de thee echt heel goed is, maar in dat geval kan het erg lekker zijn.

De eerste was een witte thee van Akira Miyazaki, een hele mooie, met toetsen van stro, vet en zacht, en in een tweede zetsel heel kruidig. Bij het derde werd hij mooi zoet en compleet in balans. Maar het was de allerlaatste die ons echt verblufte, door zijn kwaliteit, maar ook door het verhaal, dat ons op het einde dan ook nog eens een lachstuip bezorgde. 😊😊😊😊



Mandokoro is een legendarische plaats op de westelijke flank van de Shizuoka-berg. Je zit hier op een hoogte tussen de 300 en de 400m, en in de winter sneeuwt het hier. Het is één van de laatste dorpen in Japan waar nog met de hand wordt geplukt. De gemiddelde leeftijd van de struiken is 100 jaar, en het zijn zonder uitzondering struiken uit zaad (en dus niet gekloond), individueel aangeplant en niet op rijen zoals elders, en laag tegen de grond zodat ze de sneeuw kunnen dragen in de winter. Wanneer de productiviteit van een struik te sterk zakt wordt hij niet gerooid maar heel sterk teruggesnoeid zodat hij terug kan opschieten en opnieuw productief wordt. De oudste hier is 300 jaar oud en zo'n zeven meter breed. Elke struik is genetisch verschillend.



Eén van de problemen die het dorp echter kent is de stadsvlucht van de jonge bewoners en de leeftijd die hun ouders nu beginnen te krijgen. De productie van dit top-terroir staat dan ook onder druk, en daarom worden ook buitenstaanders gevraagd om te komen helpen plukken. Ondermeer Tyas heeft de gelegenheid gekregen om een keer te komen helpen bij de oogst en als betaling heeft hij toen gewoon twee uur pluktijd gevraagd. Omdat de hoeveelheid te klein was om er groene of zwarte thee mee te maken, besloot hij een witte te maken, en de blaadjes te doen verwelken in zijn auto. Er is maar heel weinig van, en het gebeurt niet vaak dat Tyas zijn voorraadje aanbreekt, een hele eer voor ons dus.

Dit leidde tot een imaginaire discussie met een snobistische theeliefhebber die zichzelf heel hoog ophad en waarvan wij ons inbeelden dat hij met de neus in de lucht zou praten over de Mandokoro die hij onlangs kocht. Onze perfecte reply zou dan zijn of hij bekend was met de witte thee's van Mandokoro ? En daarvan dan de car-withered version ? Tegen die tijd lagen wij bijna onder tafel van het lachen, ik moet toegeven ook wel een beetje omdat we teadrunk waren... Het was een magische maar dus ook ontzettend leuke avond...

De thee geurde naar vers stro met iets heel complex dat daar als het ware boven zweefde. In de mond was hij zoet, maar op een heel speciale manier zoet. Het tweede zetsel zorgde voor een wat geslotener ervaring, maar bij het derde zetsel was hij terug helemaal top. Hij werd geplukt op 1 mei 2018. 😊😊😊😊

zaterdag 14 december 2019

Renegade Tea Estate: thee uit Georgië

Eén van de dingen die ik bewonder in een goede theehandelaar is zijn of haar nooit ophoudende zoektocht naar nieuwe thee's. Ze zijn vaak de aanleiding tot het openen van een nieuw inzicht of nieuwe kennis. Hotsoup is er zo één, en ooit dronk ik van hem mijn eerste Wakoucha. Deze keer zocht ik eigenlijk extra theekopjes voor een degustatieset, maar in het aanbod nieuwe thee's zag ik plots thee uit Georgië. Georgië zal U zeggen ? Dat is toch die plaats waar ze heel goedkope basisthee maken voor ijsthee's ? En waar vroeger de Sovjet Unie zijn thee in grote hoeveelheden kweekte ? Geen kwaliteit maar massa dus ?

Ik heb hem dan maar mee laten komen, en om onbevangen en open te proeven heb ik eerst de thee geproefd en dan opgezocht wie hem maakte. Zo ga ik het in deze blog ook vertellen.

Renegade Georgian Black

Geoogst in de ochtend van 29 juli 2019 in het dorp Zhoneti in Imereti en rond 14u verzameld, uit een theetuin van 2 ha op 200 tot 300m boven de zeespiegel. 22 uur lang verwelkt, 45 minuten lang gerold, 5 uur geoxideerd bij 29°C, daarna nog een half uur gerold en 40 minuten gedroogd bij 120°C. Dit is Batch 7*. 16 euro voor 100 gram.



Gezet op 13 december 2019, een natte en koude vooravond. 200ml, 85°C, 3 gram, 2 minuten, in een kyusu. Zeer mooi droog blad, groot en donkergrijs met af en toe wat lichtbruin ertussen, een beetje een getomateerd aroma. Vreemd, want Japanse 2019 Wakoucha heeft dat ook vaak. Mooi nat aroma dat opnieuw wat doet denken aan een goed gekruide dunne tomatensoep (met een bos bloemen op tafel, dat wel). De infusie is echt goudgeel, met een oranje schijn. Aangename geur, wat kruidig, ook hier weer die tomaat. In de mond verrassend zuiver en verfrissend, heel licht, mooi zoet zonder zwaar te zijn, en met veel inhoud. Geen astringentie, en ik begrijp de opmerking die ik ergens las bij de producent: een zwarte thee voor liefhebbers van groene. Mooi volume en mooie structuur. Wanneer de thee afkoelde kwamen er wat first flush karakteristieken naar voor die de thee nog wat meer richitng groen duwden, en een verrassende astringentie die pas na de afdronk opdook. Een knap gemaakte en originele thee. 😊😊😊(😊).




De Renegade Tea Estate is nog maar een heel jong bedrijf, ontstaan toen in 2017 een groep jonge en iets minder jonge mensen uit Estland en Litouwen de zakenwereld vaarwel zegden en in Georgië op zoek gingen naar de verwaarloosde theetuinen uit de Sovjet-periode. Die waren dertig jaar geleden, in het begin van de jaren 90, verlaten toen de planeconomie in elkaar viel. Veel van die plantages waren gerooid en de thee was vervangen door andere gewassen, maar heel wat goede percelen waren gewoon braak komen te liggen. De pesticides en kunstmest die hier ooit royaal waren uitgestrooid waren vergaan en varens bedekten de nu terug gezonde percelen waar nog theestruiken stonden. Veel van die struiken waren ondertussen rond de vijftig à zeventig jaar oud en bleken afkomstig te zijn van zaad, en niet van klonen.



Uit een vijftigtal kandidaten werden de beste theetuinen geselecteerd en terug opgeruimd. De selectie gebeurde zo dat verschillende terroirs ook thee's met verschillende karakters opleverden, en er op die manier keuzes konden worden gemaakt om een breed aanbod te kunnen geven. Er wordt 100% organisch gewerkt. De winters in Georgië zijn lang en koud en de meeste insecten die schadelijk zijn voor de theeplant overleven hem niet. De enige natuurlijke vijand van de thee hier bleek...de koe, die verzot is op de jonge scheutjes in de lente. 2019 is hun eerste oogst.

Koeien wegjagen uit je theetuin...


Ik kijk nu al uit naar het volgen van dit project waarvan ik van harte hoop dat het slaagt en dat het groeit. De website is alvast een knaller, héél professioneel gemaakt en vol enthousiasme, en deze eerste thee was alvast een schot in de roos. Allemaal héél opwindend eigenlijk !

* dit is alvast iets dat ik bijzonder apprecieer. Wie wat meer betaalt voor zijn thee, wil ook wat meer informatie, en die geven ze je.