Deze reeks over de 15 belangrijkste theeregio's van Japan is gebaseerd op de Global Japanese Tea Maraton. Deze werd tijdens de Olympische Spelen van 2021 gehouden door de Global Japanese Tea Association, met Simona Zavadckyte en Yasuharu 'Matsu' Matsumoto als presentatoren. Op 15 dagen passeerden 15 verschillende prefecturen de revue, goed voor 98% van de Japanse theeproductie. Ik combineerde mijn eigen meer theoretische kennis en die uit andere bronnen met wat ik hier leerde om dit overzicht te maken. De twee uur durende, zeer informatieve, en vaak ook erg plezierige sessies van de Tea Maraton staan ook op Youtube en zijn echte aanraders.
We hebben allemaal wel wat magische theemomenten meegemaakt (en voor de beginners die dit lezen, reken maar dat ze er aan komen !). Eén van mijn mooiere draait rond een bezoek van Tyas Huybrechts aka Tyas Sosen, de in Kyoto gevestigde Vlaamse theemeester van The Tea Crane. We waren op een bijeenkomst in Schaarbeek een paar mooie thee's aan het proeven toen hij plots een Japanse witte thee uit Mandokoro te voorschijn haalde, en hij vertelde hij ons hoe hij in ruil voor zijn werk als plukker (alle thee in Mandokoro wordt met de hand geplukt) een uurtje alleen mocht verder plukken en het resultaat daarvan mocht meenemen. De thee werd heel onorthodox verwelkt op de achterbank van zijn wagen. We dronken dus hand-harvested car-withered Mandokoro white tea...dat kunnen er niet veel zeggen ! Hij was overigens héérlijk.
Shiga is één van de weinige prefecturen van Japan die niet aan de zee grenzen. De ligging tussen Kyoto en Tokyo maakt de prefectuur heel centraal gelegen en alle verbindingswegen tussen de twee grote steden lopen door Shiga. Otsu is de hoofdstad. De nabijheid van water is wel degelijk belangrijk, ondanks de afstand van de zee, door het Biwa zoetwatermeer, het grootste van Japan, in het midden van het gebied. 90% van alle landbouwgrond is hier toegewezen aan de teelt van rijst, maar in het oosten is de veeteelt belangrijk en in het zuid-oosten de teelt van thee in een heuvelachtig gebied waar de temperatuurverschillen tussen dag en nacht het hoogst zijn. Hier zou voor de allereerste keer in de geschiedenis van Japan thee aangeplant zijn, in 805 na Christus, in de tuin van een Boeddhistisch schrijn. Later, in de 14de en 16de eeuw volgde aanplant in Asamiya, Tsuchiyama en Hino. Shiga is ook bekend voor zijn pottenbakkerijen, en de ovens van Shigaraki behoren tot de oudste van Japan. Het gebruik van een erg zanderige klei met veldspaat (stukjes quartz) levert nogal ruwe stukken op, heel onregelmatig in een heel herkenbare stijl.
Shiga is de 13de belangrijkste prefectuur voor thee, met een jaarproductie van 1140 ton. De merknaam is Omi Cha, en de bekendere of betere regio's zijn Koka, Higoshima, Hino en Asamiya. Het dorp Mandokoro heeft één van de beste terroirs van Japan. In Shiga wordt vooral sencha gemaakt en bancha die als basis dient voor andere thee's als hojicha en genmaicha. In Asamiya liggen de theevelden op hoogtes van 450 tot 550m en de sencha wordt er licht gestoomd. De thee's zijn boterig en rijk en heel herkenbaar. De hoogte en de ligging zorgen voor ochtendmist en grote verschillen tussen dag- en nachttemperaturen. In Tsuchiyama wordt ook kabusecha gemaakt.
Het bekendste theedorp van Shiga, en misschien wel van Japan, is Mandokoro. Het maakt deel uit van Higashiomi op de westelijke flank van de Shizuoka berg. In de winter sneeuwt het er en de theetuinen liggen op hoogtes tussen de 300 en de 400 meter. Er wordt uitsluitend met de hand geplukt wat héél uitzonderlijk is voor Japan, en de bemesting gebeurt organisch, met pampagras, bladeren en soms met koolzaad. De theestruiken zijn gemiddeld 100 jaar oud (de oudste meer dan 300 jaar), en ze staan elk apart, niet in rijen zoals elders. Het zijn allemaal uit zaad voortgekomen lokale struiken die elk genetisch verschillend zijn. Wanneer een struik te weinig begint op te leveren wordt hij niet gerooid zoals elders maar drastisch teruggesnoeid zodat hij terug kan groeien. De struiken staan laag tegen de grond om de sneeuw te kunnen dragen in de winter. De Echi rivier zorgt voor de vochtigheid. Door de stadsvlucht en de ouder wordende boeren staat de productie onder druk, maar de thee blijft legendarisch. Hij is niet zo makkelijk te vinden en de productie is eerder beperkt, maar hij is niet onvindbaar of onbetaalbaar.
Enkele producenten:
Katagi Kokaen Tea-farm
Asamiya. Nu geleid door Takatomo Katagi, nu al de zevende generatie in het bedrijf. Vader Akira begon al in 1975 elk chemisch middel te weren van de boerderij toen de regering deze middelen volop begon te subsidiëren, en de zoon zet de traditie verder. Sommige theestruiken zijn meer dan 100 jaar oud. De Bushidani theetuin ligt volledig geïsoleerd in een vallei en is omringd door bomen, met geen enkele buur die pesticides gebruikt. Te koop bij The Tea Crane.
Nakegawa Seiseido
Theewinkel uit 1858 in Otsu. Maken en blenden hun eigen thee's, onder meer uit het legendarische Mandokoro.
Shouryuuen
Shigaraki, Asamiya. Klein domein onder leiding van Akihiko Hattori. 2.5 ha. De familie maakt al thee sinds de Meiji periode. Vooral Yabukita. Geen beschaduwing. Licht gestoomde thee's. Duidelijk herkenbaar als Asamiya. Een filmpje over deze producent vind je hier: https://www.youtube.com/watch?v=t2VKzC3JUcs&t=12s
Zoals gewoonlijk vind je degustatienota's in de thee-encyclopedie.
Wie de hele aflevering van de Global Japanese Tea Marathon wil bekijken kan dat hier doen:
Deze reeks over de 15 belangrijkste theeregio's van Japan is gebaseerd op de Global Japanese Tea Maraton. Deze werd tijdens de Olympische Spelen van 2021 gehouden door de Global Japanese Tea Association, met Simona Zavadckyte en Yasuharu 'Matsu' Matsumoto als presentatoren. Op 15 dagen passeerden 15 verschillende prefecturen de revue, goed voor 98% van de Japanse theeproductie. Ik combineerde mijn eigen meer theoretische kennis en die uit andere bronnen met wat ik hier leerde om dit overzicht te maken. De twee uur durende, zeer informatieve, en vaak ook erg plezierige sessies van de Tea Maraton staan ook op Youtube en zijn echte aanraders.
Nara is een prefectuur in Kanshai, op het centrale eiland van Japan, en grenst aan Wakayama, Kyoto, Osaka en Mie. Het is de 7de grootste van de theeproducerende prefecturen, met een jaarproductie van 1490 ton. Thee uit Nara wordt ook wel Yamatocha genoemd omdat de theeboerderijen op het Yamato plateau liggen. De meeste theevelden liggen op hoogtes tussen de 200 en de 500m hoog. De meeste liggen in het noordwesten, in Nara City en Yamazoe dorp, maar ook Uda, Oyodo en Higashiyoshino dorp hebben een bepaalde reputatie. De stad Nara slorpte in 2003 ook de dorpen Tsuge en Tsukigase op, beroemd voor hun pruimenbloesems in maart én voor de hoge kwaliteit van hun thee. Sommige merken gebruiken de plaatsnaam en een paar voorbeelden zijn Tsukigasecha, Yamazoecha, Yagyucha en Fukuzumicha.
Ergens aan het begin van de 9de eeuw startte hier de Japanese theegeschiedenis met een aanplant in wat toen Yamato heette. De monniken die dat deden vonden al snel uit dat de combinatie tussen zon, mist, regen en hoogte ideaal waren, en gebruikten de thee om hen te helpen bij het mediteren. In de tweede helft van de 15de eeuw werd Murato Juko geboren in Nara en hij was de vader van wabi-cha, een theeceremonie die teruggreep naar meer eenvoud in het gebruikte materiaal en in de omgeving.
Eind 19de eeuw was dit de regio bij uitstek voor de productie van zwarte thee voor de export. Vandaag wordt hier vooral bancha gemaakt als basis voor genmaicha en hojicha, maar er komt ook goede sencha en kabusecha vandaan, en zelfs opnieuw goede wakoucha. De aanplant bestaat vooral uit Yabukita, maar er staat ook wel wat van de lokaal ontwikkelde en vorstbestendige Yamato-Midori, Meiryoku en Oku-midori. Nara is ook waar 90% van alle chasen gemaakt worden (chasen zijn de mooie bamboe kloppertjes voor het zetten van matcha).
Hier volgen een paar van de bekendere producenten:
Inokura Tea Farm
Tsukigase. Geleid door Mitsuhiro Inokura, al de 11de generatie. Werkt uitsluitend met organische mest, en het wat dat hij gebruikt om te stomen komt van een lokale bron. Een beetje een design-merk.
Ken'ichi Shizen Noen
Tsuge. Theeboerderij van Ikawa Kenichi, geboren 1981. Werkt volledig organisch. Heel jong begonnen, op zijn 19 jaar, met een overwoekerde en verwaarloosde tuin van 37 are. Nu beschikt hij over meer dan 30 stukjes land die hij omschakelde naar organische landbouw of die hij terug actief maakte na een lange inactiviteit. Hij wil de theewereld gezonder maken en geeft veel van zijn kennis door. Elke drie jaar maakt hij ook sannen bancha, en met de zaden en bloemen van de theeplanten maakt hij ook cosmetica. Hij is heel maatschappelijk verantwoord bezig en stelt ook ouderen en mensen met een beperking tewerk. Verdeeld door The Tea Crane.
Tawara Natural Farm
Nara, net buiten de stad, op de oosthelling van de Kasuga berg, op hoogtes tussen de 400 en 500 m. opgericht in 2004 door mevrouw Fukui. Shincha in de lente, bancha in de zomer, wakoucha in de herfst en hojicha in de winter. Werkt organisch.
Tsukigase Kenko Chaen
Oso, Nara. 7 ha met thee-aanplant, 3 ha met pampa-gras, 2 ha met shiitake en 0.5 ha met groentes. Opgericht in 1945. Sinds 2001 geleid door Fumiaki Iwata, de vijfde generatie, alhoewel de officiële stichting pas uit 1974 dateert. Bio sinds 1984 toen de ouders besloten om te stoppen met kunstmest. Sinds 2011 bestaat de enige bemesting uit grassen, gewied onkruid en gevallen blaadjes, en hij maakt een onderscheid tussen thee op de heuvel (geen bemesting) en in de vallei (alleen natuurlijke bemesting). Door goed te kijken leerde hij dat hij eigenlijk twee bodemtypes heeft op zijn domein, eentje vulkanisch en eentje dat ooit de bodem van een meer was, en dat theeplanten die geen kunstmest kregen daardoor erg uiteenlopende smaakpatronen ontwikkelden. Zijn thee's zijn dan ook echte terroir-thee's. Hij produceert zelf in een eigen fabriekje om alles te kunnen controleren. Momenteel experimenteert hij met nieuwe aanplant door te vermeerderen met zaden in plaats van door te klonen. Hij plant telkens 8 zaadjes van de moederplant en selecteert na een tijdje de sterkste of interessante die nog altijd sterk lijken op de originele cultivar, en hij krijgt zo genetische diversiteit die voor complexere smaken zorgt (vooral mat yamato-midori). In 2005 plantte hij ook benifuki, benihomare en benihikari aan om zwarte thee te maken. Er wordt geoogst met met de hand gevoerde machines.