Pagina's

vrijdag 19 februari 2021

De drie monden van de theeproever

(De eerlijkheid gebiedt me toe te geven dat ik de inspiratie voor deze blog opdeed bij het lezen van een artikel in het geweldige Global Tea Hut magazine, een tijdschrift voor mensen die houden van Chinese thee en de filosofische aspecten ervan. Dit is dan ook een pleidooi om kennis te maken met échte thee, en hem te proeven zoals het hoort: met concentratie.)

De eerste mond waarmee we proeven zijn onze ogen. Wanneer we kennis maken met een nieuwe thee is dat het eerste wat we doen: we bekijken het droge blad. Hoe ziet het eruit ? Welke kleur heeft het ? Zijn de blaadjes heel of versnipperd ? Staat er dons op ? Is het zo bewerkt dat het een bepaalde vorm heeft ? Een balletje, een naald, een kommaatje, een lang gedraaid blad ? Of is het gemalen tot een poederthee, of samengeperst in een cake ? Sommige theeën zien eruit als go-steentjes (Japanse goishicha) of zijn bespikkeld met een gouden schimmel (Fu). Het uitzicht vertelt ons over hoe de thee gemaakt werd, maar het brengt ons ook tot rust, we 'nemen de tijd' en het maakt ons klaar voor de volgende fase.  

Een sencha uit Japan naast een Pu'Erh uit China


Wanneer we de thee gezet hebben gebruiken we onze ogen opnieuw: wat is de kleur van de infusie ? Is ze geel ? groen ? Bruin ? Oranje ? Heeft ze de kleur van jade ? of van karamel ? Is de infusie helder of troebel ? Ook het natte blad blijft belangrijk. Zeker bij oolongs, maar eigenlijk bij veel goeie thee gaan we na het zetten zien hoe het blad er eigenlijk uitzag voor het bewerkt werd. Is het een groot blad (meestal assamica) of een kleintje (meestal sinensis) ? Is het uniform groen (geen oxidatie) of zwart (volledige oxidatie) of zit het ergens tussenin ? Sommige theekenners herkennen aan de vorm en de nerf van het blad de cultivar. Ball oolongs werden bij het maken opgedraaid in balletjes en dan duurt het vaak een tijdje voor de echte vorm terugkomt. Ze worden vaak voorgespoeld met heet water, om het blad uit zijn sluimer te wekken en wakker te maken, en soms ontrolt het blad zich pas terug volledig in zijn tweede of derde zetsel als je de thee op zijn Chinees zet. 

Er zit een sterk meditatief stuk in deze fase die heel belangrijk is in de theebeleving. Thee en haast gaan heel moeilijk samen en als je van je dure thee echt wil genieten is dat meditatieve, beschouwende echt belangrijk. Je mag dit stuk dan ook niet overslaan en als je proefnota's neemt zal je het verschil merken tussen een thee-vluggertje en een respectvolle sessie waarvoor je even je tijd nam. Sommige thee is hiervoor meer gevoelig dan andere. 

De tweede mond waarmee we proeven is onze neus. Die gooien we vaak al in de strijd wanneer we de thee uitpakken en we de droge thee besnuffelen. Is de geur muf ? Dat kan duiden op niet zo geschikte opslag ? Geurt hij naar een stoffige kelder ? Als het een Pu'er is is dat een goed teken, als het een groene is een heel slecht... De eerste echte proef voor onze thee is echter wanneer hij pas gezet is, en daarvoor gebruiken we het deksel van onze gaiwan of theepot. Wanneer we onze kyusu of gaiwan openen komt er samen met de geurpartikels ook een hoop stoom naar buiten, en dat maakt het ruiken soms lastig. Daarom ruiken we aan de binnenkant van het deksel waar de aangenaamste geuren nu zijn blijven hangen. Dit kan zelfs erg verslavend zijn, en de lekkerste ervaring van het hele proces, en het is de thee-tegenhanger van het proefglas in wijn. Als je dit wil intensifiëren kan je speciale aroma-setjes kopen met een tasje voor de smaak en een tasje voor de geur. Hier vinden we trouwens een groot verschil tussen oost en west: wij wijndrinkers schenken veel aandacht aan de aroma's in het glas, en in China is dit veel minder belangrijk, het is het aroma in het deksel dat telt. Het aroma van het natte blad is belangrijk, en kan na elke zetbeurt variëren. Westerse theeproevers gebruiken al wel eens een goed wijnglas om alle finesses van een thee mee te krijgen, en dat is in mijn ogen verantwoord voor sommige exemplaren. 

Een kyusu met open deksel, en een aroma-setje


De derde mond is...onze mond. Hier liggen volgens mij de grootste verschillen, en leren proeven met de mond is gek genoeg het moeilijkste. Hier ligt ook vaak het verschil tussen een dure thee en een minder dure thee, zodat wij soms niet goed begrijpen waarom bij vergelijking de duurdere thee het minst intens ruikt. Het eerste punt hier is het mondgevoel: is dat dik ? of eerder dun ? of korrelig ? Dan volgt de mondevolutie: neem een slok en laat hem rondgaan in je mond, je thee zal niet hetzelfde smaken in het begin van je slok dan op het einde. Is er een mooie evolutie ? Is de thee lekker op alle drie de momenten: begin, midden en einde ? Of verdwijnt hij ergens ? Is de smaak rechttoe rechtaan ? Of is hij heel complex ? Proef je alle smaakelementen apart, naast elkaar ? Of zitten ze versmolten in elkaar, zoals bij een soep of een saus ? Heel belangrijk voor een Chinese drinker is ook de finish of de afdronk die voor een groot deel wordt bepaald door het retronasale, de aroma's die via je mond terug naar de receptoren in je neus gaan. Géén afdronk is in China een slecht teken, en ik heb dure thee's gedronken die qua aroma en smaak erg timide waren, maar een enorm lange afdronk hadden. 



Last but not least wil ik het nog even over de echo hebben. Dat is een zelf uitgevonden term voor een verschijnsel waarbij de aroma's van een thee terugkomen na een paar minuten, soms heel intens, soms heel verrassend. In sommige gevallen maakte ik al mee dat andere geuren hem terug losmaakten, of dat frisse buitenlucht hem terug wakker maakte. In hoeverre dat dit iets is van onze neus of van onze geest weet ik niet, maar het is altijd leuk en het gebeurt alleen bij kwaliteitsthee. Onlangs had ik het nog bij een Fushoushan van Hotsoup: de thee deed op zichzelf al denken aan de geur in de vroege herfst, een mix van nat blad en heel rijp fruit. Toen ik een half uurtje later onder mijn kweeperelaar stond combineerde de geur van overrijpe kweepeer zich met de frisse buitenlucht, en leek het alsof de geurherinnering van de Fushoushan zich daartussen vlocht zodat ik op een bepaald moment niet meer goed kon onderscheiden wat ik nu eigenlijk rook: de nagalm van die thee of de aroma's van mijn tuin. Ik heb daar even gestaan ...


Geen opmerkingen:

Een reactie posten