Dat wil zeggen dat wij als theeliefhebbers vindingrijk moeten zijn, en dat is makkelijker dan je denkt. Wie een beetje nadenkt kan eigenlijk overal waar hij wil een lekkere thee schenken voor zichzelf en zijn medereizigers. Wat heb je nodig ?
1: Thee die geschikt is.
Elke theesoort vraagt om zijn eigen zettemperatuur. Wil je thee meenemen voor een grote trektocht waar je echt halt gaat houden om te picknicken dan kan je natuurlijk je water koken op een vuurtje, en dan kan je bijna elke thee zetten. Open vuurtjes zijn echter toch al wat moeilijker om te maken en in het grootste deel van Europa eigenlijk ook verboden, en dus houden we de theesoorten die vragen om kokend water (zwarte thee, Pu'er) voor op de hotelkamer waar we een waterkoker hebben. Op wandelingen nemen we een oolong of een groene thee mee (een sencha bijvoorbeeld) die water van 70 of 80°C vraagt, en met een goede thermos lukt dat. Mijn lievelingsthee's voor buiten zijn momenteel de Long Jing van Hotsoup en de Fukamushicha van Stijn. Bij het ontbijt of als eerste kop op de kamer gaat niets boven een rode Chinees, en de zeer verdraagzame en uiterst lekkere Encre de Chine van Curiosithee is momenteel mijn favoriet.
Er zijn thermossen op de markt die heet water heel lang heet kunnen houden. Een beetje geëxperimenteer thuis is nodig om de temperatuurdaling van het water per uur te kunnen inschatten, maar uit ervaring weet ik dat een 's morgens met kokend water gevulde fles tegen de middag mooi op temperatuur is voor een groene thee. Mijn favoriet hier is de Clima van 24bottles die water 12 uur warm houdt en niet transpireert in je rugzak. Goed gesloten is hij ook waterdicht (en de maker biedt mooie ontwerpen aan). De mijne was een geschenk voor mijn verjaardag en kwam van bij Brown Betty.
3: Het geschikte water.
Het hoofdbestanddeel van thee is water, en op de meeste plaatsen is het kraantjeswater ongeschikt voor thee (behalve hoog in de bergen waar het echt bronwater en erg goed kan zijn). Op een autoreis neem je dus best wat flessen geschikt water (Spa of Mont Calm in België, Luso in Portugal en Volvic in Frankrijk) mee die je dan kan koken in het hotel en in de thermos gieten. Bij vliegreizen moet je een beetje op speurtocht naar een lokaal water met zo weinig mogelijk mineralen. Heel leuk trouwens, zo'n proefsessie op het terras van je hotel, het is heel verrassend hoe compleet anders thee kan reageren op verschillende waters.
4: Een liefst doorzichtige tas
Deze moet je theepot vervangen, want die transporteer ik niet graag in mijn bagage of rugzak, en het vermijdt geklungel met spoelen etc, ook iets dat niet overal even goed kan. In een glazen tas (in zijn kartonnen verpakking uiteraard) zie je ook je thee en dat geeft een extra dimensie aan de thee-ervaring. De mijne is de Unimug van Kinto die ik kocht bij Simon Levelt in Leuven die mooi in zijn originele verpakking de rugzak in gaat en het tot nu toe overleefde. Een mooi klein handdoekje is ook praktisch.
5: Een theefilter.
Niet strikt noodzakelijk, want vele Chinese theesoorten worden traditioneel gedronken met de theeblaadjes in het water, zonder een filter. Uiteindelijk ga je die thee ook sippen en niet binnen gieten, en vaak is het ontplooien van die rondzwevende blaadjes ook erg mooi. Bij Fukamushicha kan dat echter vervelend zijn en als dat dus niet kan gebruik ik een klassieke metalen filter of een goed groot theezakje. En wat doe jet met de theeblaadjes als je sessie voorbij is ? Wel, iets dat niet veel mensen weten is dat gebruikte theeblaadjes ook uitstekende meststoffen zijn voor planten...
6: Rust
Je kan geen goede thee zetten als je gehaast bent. Kies een mooie plek, kom op een rustig moment, of voor de openingsuren, en geniet van je ritueel. Ben je niet de enige, of tonen mensen zich geinteresseerd ? Deel dan je thee (ik reis soms met één of twee kleine Chinese kommetjes als ik denk te moeten delen). Je hebt nooit genoeg theevrienden.