Pagina's

zaterdag 28 april 2018

Mok-verhalen: Cley-next-the-Sea

Deze mok is gemaakt in fine bone china of beenderporselein, en dat maakt ze licht en ideaal om ook de kleur van je thee te bewonderen. Het is geen ochtendmok om mee door het huis te sjokken, maar het is een elegante en mooie mok voor in de namiddag, of om aan gasten te geven.



Ik kocht ze in een kleine kruidenierswinkel in Cley, op een regenachtige dag tijdens een trip langs de oostkust van Engeland, door Essex, Suffolk en Norfolk.

We waren langzaam naar boven afgezakt via Essex, Constable-land, en Suffolk, her en der een kasteel of great house bezoekend, en rijdend van pub naar pub, maar toen we arriveerden in de Norfolk Fens werden we verrast door dikke mist, iets waarvoor ze berucht zijn ... en we konden dus zeggen dat we de fens op hun meest typisch gezien hadden...alleen hadden we dus niet veel gezien.

Ik moet echter wel zeggen dat het iets had, dat bijna op de tast rijden, en toen we 's ochtends een kleine kasteelruïne bezochten was dat een unieke ervaring. We wandelden door een doodstille wereld , beetje bij beetje doken resten van de omwalling uit de mist en ik denk niet dat we het kasteel één keer in zijn geheel gezien hebben. In de ernaast gelegen dorpskerk brandden de lichten als was het kerstavond en we voelden ons op een rare manier verbonden met de dame die er de bloemen verzorgde en die ons een paar brasses liet zien...alsof de buitenwereld bestond uit spoken en fabeldieren die zich in de mist verscholen, met de parochiekerk als veilige haven.

Bij het verlaten van de fens begon het te regenen, en we reden door een nat, Hollands aandoend en plat landschap met molens en kanalen. Het was op een vreemde manier mooi, maar het deed ons ook net iets te veel aan thuis denken.

Cley-next-the-Sea ligt in Norfolk, aan de rivier Glaven. Er leven nog een goede 400 mensen in wat ooit één van de drukkere havens van Engeland was, maar door landwinning trok de zee zich verder en verder terug en slibde de haven dicht. Vandaag is er nog weinig dat doet terugdenken aan zijn faam van weleer buiten de veel te grote kerk.




De pittoreske windmolen is één van de bekendere zichten van Engeland en werd jarenlang gebruikt door de BBC. De popzanger James Blunt groeide er deels op toen zijn grootouders er woonden. Het is vandaag een bed and breakfast maar niet langer de woonplaats van de Blount's.

Cley was ook de plaats waar in 1914 de dichter Rupert Brooke droomde over een oorlog en wakker werd met het nieuws dat Engeland de oorlog had verklaard aan Duitsland. Hij was Engeland's eerste war poet, onsterfelijk door zijn gedicht The Soldier, nog heel idealistisch van toon, in tegenstelling tot de latere war poets toen duidelijk werd hoe zwaar de slachting aan het front was.

If I should die, think only this of me:
That there's some corner of a foreign field
That is for ever England. There shall be
In that rich earth a richer dust concealed;
A dust whom England bore, shaped, made aware,
Gave, once, her flowers to love, her ways to roam, 
A body of England's, breathing England's air,
Washed by rivers, blest by suns of home.

And think, this heart, all evil shed away,
A pulse in the eternal mind, no less,
Gives somewhere back the thoughts by England given; 
Her sights and sounds, dreams happe as her day;
And laughter, learnt of friends, and gentleness, 
In hearts at peace, under an English heaven. 


Maar om te eindigen met een vrolijke noot, de eerste regel wordt, licht gewijzigd, ook gebruikt door Blackadder wanneer die aan het Westelijk Front vecht: "If I should die think only this of me, I'll be back to get you."


vrijdag 20 april 2018

Three Teas Tasted: Japanse Rode Thee...Wakoucha !

Japan is bekend voor zijn groene thee, en terecht ! Maar ooit exporteerde het meer zwarte thee dan China, en vandaag zijn er een 300tal boerderijen die er terug maken. En daar zitten hele lekkere en originele exemplaren tussen.

Rode thee, of kou cha


In het Japans noemt men deze thee wakoucha, en het woord kou betekent rood. Japan heeft heel zacht water met weinig kalk (osteoporose is er een veel voorkomend probleem) dat er voor zorgt dat wat wij zwarte thee noemen hier rode thee genoemd wordt. Het is ons harde water dat thee donkerder en meer zwart doet kleuren.

De Japanners begonnen pas 150 jaar geleden zwarte thee te maken en deze was vooral voor de export bestemd toen Japan zich opende voor invloeden van buitenaf. Zwarte thee bewaart beter tijdens de lange transporten via de zee en was dus meer geschikt dan de fragiele en fijne Japanse groene thee. Tegen 1874 zou Japan meer thee exporteren naar de VS dan China, maar dit duurde niet lang. Japan's betrokkenheid in internationale conflicten en allerlei verschuivingen binnen de wereldhandel deden de Japanse thee snel verdwijnen van de markt, en vandaag zou er slechts 2% van alle Japanse thee worden geëxporteerd.

In Japan zelf wordt vooral groene thee gedronken en de productie van zwarte thee kromp dan ook drastisch. Maar Japan is ook het land waar sinds de Tweede Wereldoorlog heel veel wordt geëxperimenteert met cultivars, en dit heeft ook geleid tot een paar heel interessante zwarte thee. Velen houden een beetje het midden tussen de zoetheid en het fruitige van Chinese qimen's en het moutige van Indische assam's, maar de drie die ik tot nu toe dronk waren alle drie heerlijk, zij het op een heel andere manier.



1: Takachiho Black Benifuki, Hotsoup

Deze thee komt uit Takachiho, een stad in het noordwesten van Miyazaki op het eiland Kyushu, Japan's meest zuidelijke theeregio, en kostte 19,75 euro per 50gram. Hij werd half mei geplukt in een theetuin op 350m hoogte, in de heuvels waar de verschillen tussen dag- en nacht-temperaturen groter zijn dan in de vallei. Benifuki is een cultivar die van twee walletjes eet: zijn mama is een camilla sinensis var. sinensis, afkomstig uit Darjeeling en bekend onder de naam Cd86 Makura, en zijn papa (of omgekeerd) een camilla sinensis var.assamica uit Japan en bekend als Benihomare. Hij is goed resistent tegen ziektes en productiever dan de klassieke Yabukita waarmee de meeste Japanse theetuinen aangeplant zijn. Hij wordt vooral gebruikt voor oolong's en zwarte thee.
Voor de eerste keer geproefd in de winter van 2017 op de Syntra theecursus onder de bevallige vleugels van thee-engel Kelly. Droog, misschien de mooiste van de drie, met grote donkere blaadjes met veel tip, en een heel mooi en complex aroma, wat floraal en fris. Nat ontrollen de blaadjes zich mooi, zeker na de tweede keer, en ze geuren lekker naar vlees en keukengeuren en meiklokjes. De kleur van de infusie is eerder geel als een oolong en de thee geurt naar kippenbouillon en meiklokjes. In de mond fijn en met dezelfde tonen.
7 april 2018, nu zelf aangekocht bij Hotsoup, en gezet op 85°C, trektijd 80 seconden. De infusie is eerder oranje dan rood, inderdaad als een oolong. De thee geurt nu minder vlezig dan ik mij herinner, met vooral fruit en tonen van cacao (geen meiklokjes, maar ik ben geen bloemenkenner). In de mond kwam de kippenbouillon wel meer naar voor, samen met het florale, en de thee is heerlijk, fijn en delicaat. Hij verdraagt absoluut geen melk, en het is een prachtige thee om zo te drinken in de namiddag, niet al te heet gezet, en dan heel zacht en toegankelijk en verduiveld lekker. 😊😊😊(😊)

2: Gokase Black Yamanami, Hotsoup

Deze thee komt uit Gokase, een dorp in dezelfde prefectuur als de vorige, Miyazaki. Hij werd geplukt op 25 mei 2017. De cultivar die hier werd gebruikt is Yamanami, en de zaailingen komen uit Hubei in China. Oorspronkelijk werden ze geïmporteerd om er Kamairicha mee te maken, een groene thee die geroosterd wordt in een wok, net als in China en niet gestoomd als in Japan, en die vooral in dit dorp, Gokase, wordt gemaakt.
Aangekocht bij Hotsoup, aan 19.75 euro per 50 gram.
7 april 2018: 2 minuten, 95°C. Droog, licht opgekrulde blaadjes, heel mooi en heel, met wat roodbruine tip ertussen, tamelijk donker. Weinig aroma. De natte blaadjes zijn zeer mooi en volledig, met gekartelde randjes. De infusie is caramel-kleurig met een rode schijn. Het aroma is zoet en verleidelijk lekker en in de mond is de thee evenwichtig en fijn, zonder astringentie. Goeie fraîcheur. Met melk erg lekker, de melk haalt een heel fraaie complexiteit naar boven. Prachtige ontbijtthee.
18 april 2018: 75 sec, 80°C. Caramel-kleurige infusie. Weinig aroma. In de mond eenvoudig (iets te), maar lekker met vooral zoete aardappel. Drinkt zo lekker weg en is zelfs bij de derde trekbeurt nog ok.
18 april, 75 seconden, 100°C. Caramel-kleurig met rode schijn. Geurt naar iets notigs (pinda's volgens de website). Mooi, duidelijk en complex in de mond. Strakke, goed gestructureerde mondindruk met ook hier een notige afdronk. Met melk erbij de perfecte ontbijtthee, je begrijpt plots waarom deze thee populair was in de Angelsaksische landen die hem met melk dronken. Het lijkt echt alsof iemand een mooi recht roomstreepje trekt onder het notig-zoete van de thee. 😊😊😊

Van onder naar boven: de Takachiho, de Gokase en de Kawane


3: Kawane Japanese Black Tea, O-cha, Japan

Ik bestelde deze thee op de website van O-cha in Japan, hij was een maandje onderweg maar stelde niet teleur. Hij komt van de stad Kawane die op het hoofdeiland ligt, in de provincie Shizuoka, en die één van de betere regio's is voor thee. Het is een tamelijk zeldzame blend van Zairai (thee uit theetuinen waar verschillende cultivars door elkaar staan) en Benifuki (zie hierboven). De blend is een mengeling van eerste en tweede oogst van de beide theeplanten, en het beoogde resultaat moest wat Darjeeling-like aandoen. De firma die de thee maakt is al actief sinds 1875 (het 8e jaar van de Meiji periode).
12,16 euro per 100 gram, plus invoerrechten en transport.
1 april 2018: 100°C, 4 minuten. Gebroken blad, beetje tip, weinig aroma. De infusie is prachtig roodbruin, dit is een rechte rode thee, met een mooi fruitig en nogal zoet aandoend aroma. In de mond nogal astringent, maar erg evenwichtig en heel intens. mooie en lange afdronk. De smaak lijkt een mengeling tussen een Assam en een Qimen, met een zwevende chocolaté toon maar zeker ook met iets van biergist. In de mond een mooie frisse toets met iets van citrus. Heel lekker op zijn Engels, met melk en als ontbijtthee, en dan krijgt hij een diepe kleur van caramel, zacht van smaak maar zeker in het tweede stuk erg duidelijk. Mooie afdronk. Geweldig leuke thee, geen toonbeeld van elegantie en evenwicht, maar gewoonweg erg lekker en smakelijk.😊😊😊

Takachiho Black Benifuki

Gokase Black Yamanami

Kawane Japanese Black Tea

vrijdag 6 april 2018

Three Teas Tasted: Ceylon

"Not often is it that men have the heart, when their one great industry is withered, to rear up in a few years another as rich to take its place, and the tea fields of Ceylon are as true a monument to courage as the lion at Waterloo"
Arthur Conan Doyle

7.4% van alle thee van de wereld komt uit Sri Lanka en wordt genoemd naar de vroegere, koloniale naam van het eiland: Ceylon. Het eiland ligt voor de kust van Indië en werd eerst door de Portugezen, dan door de Hollanders en dan door de Engelsen gekoloniseerd. Sinds 1948 is het terug onafhankelijk. Het is ongeveer even groot als Ierland.

Thomas Lipton

Tot 1860 was Ceylon een koffie-eiland, maar dan roeide een ziekte de aanplant uit, en in 1867 plantte een Schot, James Taylor, de eerste 7.7ha thee aan op een verlaten koffieplantage in Loolecondera. Tegen 1872 had hij een kleine theefabriek en het volgend jaar werd de eerste 10 kg Ceylon-thee te koop aangeboden in Londen. Overtuigd van het potentieel van Ceylon vertrok een zekere Henry Randolph Trafford naar het eiland en begon er twee plantages, al snel succesvol, en het aanbod groeide gestaag, samen met de populariteit ervan, vooral in Groot-Brittannië. In 1890 bezocht Thomas Lipton, toen al goed voor 300 winkels, het eiland, en hij besloot om zijn eigen theeplantages uit te baten, kocht er een tiental, en verkocht de thee van zijn eigen theetuinen in zijn winkels, zodat hij de kosten van allerlei tussenpersonen kon wegsnijden. Met de slogan "hoge kwaliteit tegen de laagst mogelijke prijs" werd zijn thee snel héél populair, en kreeg thee uit Ceylon zijn reputatie. Vanaf 1894 controleerde de Ceylon Tea Traders Association, nu de Sri Lanka Tea Board,  de productie en de kwaliteit en in 1925 richtte ze het Tea Research Institute op, een instituut dat héél belangrijk zou worden voor thee in de Angelsaksische wereld. Tegen 1965 was het de grootste thee-exporteur van de wereld, en stond er 200.000 ha thee aangeplant.

De meeste theetuinen liggen in het zuidwestelijke deel van het eiland, waar het warm en vochtig is, op hoogtes tussen de 1000 en 2650 meter. In principe kan er het hele jaar geplukt worden, maar er zijn twee seizoenen waarin de kwaliteit merkelijk beter is. In het oosten is dat van eind juni tot eind augustus, in het westen van begin februari tot half maart. Des te hoger de tuinen liggen des te koeler de nachten er zijn en des te groter de temperatuurverschillen tussen dag en nacht, en dat is heel bepalend voor de smaak en de concentratie. De meeste plantages liggen ten oosten van Colombo en bij Galle in het zuiden. Er zijn zes gebieden: Galle, Ratnapura, Kandy, Dimbula, Uva en Nuwara Eliya.




Op de markt wordt oderscheid gemaakt tussen low-grown, medium-grown en high-grown. De high-grown thee's komen van de hoogst gelegen tuinen en zijn de beste en dus ook de duurste. Frisse citrustoetsen zijn heel kenmerkend voor ze, en het is een beetje zonde om er melk bij te doen. Medium-growns zijn het populairst in Ceylon zelf, en ze combineren de karakteristieken van de twee: de citrus-fraîcheur van de high-grown en de krachtigheid van de low-growns. Ze zijn vaak mooi roodbruin van kleur, en er mag absoluut melk bij. Ik start vaak zonder, om van het aroma te genieten, maar het is een feit dat melk deze thee's heerlijk zacht en vriendelijk maakt, en dit was ooit de basis van hun grote populariteit. De mindere medium-growns en de low-growns zijn bestemd voor blends met andere theesoorten. n

Ik proefde de volgende drie Ceylon-thee's.

Ceylon OP Shawlands, Or: Shawlands is een theetuin uit het einde van de 19de eeuw met nog veel van de originele theestruiken, in de regio Uva, op 1200m hoogte op de zuidelijke hellingen van de Madulsima heuvelruggen. Spa, 100°C, 4 minuten. Kleine, wat gebroken blaadjes die mooi geuren (alhoewel de geur wat wegglipt). Heel klassieke 'natte' neus. In de mond heel rond en zacht, een beetje zoet zelfs, maar met een mooie fraîcheur (een beetje citrus?). Heel mooie thee met een mooie complexiteit. Lang. Ook nog geprobeerd op 2 minuten wat de winkelier aanraadde, en de thee is dan geschikter om te drinken zonder melk. Ik vond beide trektijden ok.  Or is een koffie- en thee-winkel in Aalst. 😊😊😊

Ceylan Kallebocka Flowery Orange Pekoe, Comptoirs Richard: 5.9 euro per 100 gram, Comptoirs Richard, Parijs. Aangekocht 31 oktober 2017. Een medium-grown uit Kandy. 3 minuten, 95°C, Spa. 30 maart 2018: bijzonder lekker geurend droog mengsel met nogal wat tip. Tamelijk donker infuus, mooi bruin. Heel mooi en open aroma, tonen van specerijen en fruit (citrus). Niet te astringent (wél bij 100°C of meer dan 3 minuten trektijd, heeft dan echt melk nodig, verliest zijn charme dan). In de mond meer hout en minder fruit. Met melk: de kleur blijft mooi caramel-lichtbruin, in de mond is dit lekker en zelfs interessant, een beetje intrigerend en met een leuke afdronk. A very comforting tea... mijn perfecte tweede ochtendkop. 😊😊😊

Blackwood Orange Pekoe, Simon Lévelt Leuven:  Bio. 6.4 euro per 100 gram, ergens in 2017. Blackwood is een theetuin die hoort bij de Idulgashinna Organic Tea Gardens, de eerst biologisch gecertifieerde theetuin van de wereld, en ligt in het Uva district, op hoogtes tussen de 1500 en 1900 m. De blaadjes zijn klein. Prachtig droog aroma, heel complex, om aan te blijven snuffelen, met tabak en citrus. Nat opnieuw duidelijk citrus maar krachtiger. De infusie is complex en goed omlijnd en herkenbaar Ceylon. Redelijk streng in de mond, niet langer dan 3 minuten laten trekken. Een duidelijke, lekkere en stevige thee die graag wat melk krijgt. 😊😊😊

The Sri Lanka Tea Board heeft een hele leuke Facebook pagina.